Voor zijn omgeving is Otto, een gepensioneerde ingenieur, altijd al een beproeving geweest. Hij is opvliegend, manipulatief, zit overal bovenop en heeft allerlei waanzinnige ideeën – en na een verblijf in het ziekenhuis moet hij ook nog verzorgd worden. Voor zijn volwassen dochters Timna en Babi begint een jaar vol onverwachte uitdagingen, maar ook van een confrontatie met hun eigen verleden en familiegeschiedenis, die zo vreemd is dat buitenstaanders alleen maar het hoofd kunnen schudden.

Knap, liefdevol en met veel zwarte humor vertelt Dana von Suffrin wat het betekent als een stijfkoppige joodse familiepatriarch hulpbehoevend wordt. En hoe moeilijk het is om afscheid te nemen van iemand waar je je hele leven al van af wilde.

‘Otto […] haakt aan bij Jiddische verteltradities, moderniseert ze, brengt ze in het heden, en is ook nog eens geweldig grappig. Een klein wonder.’ – Süddeutsche Zeitung

Dana von Suffrin, geboren in 1985, studeerde politieke wetenschappen, joodse geschiedenis en cultuur, en literatuurwetenschap. Als historica doet ze onderzoek en werkt ze aan de Ludwig Maximilian Universiteit in München, waar ze ook haar doctoraat heeft behaald. Otto is haar debuutroman.

Samenwerking met het Programma van #2021JLID – Jüdisches Leben in Deutschland