Zijn broer was er altijd als Simon hem nodig had. Met Pasen 1988 bijvoorbeeld, toen Simon Judas van het beroemde gebeeldhouwde altaar griste. En ook toen, niet lang daarna, zijn liefde voor Martha dreigde te mislukken, wist Vincent raad. De ervaring bracht de twee dicht bij elkaar en het werd een herinnering waar ze altijd met een glimlach aan terugdachten. Door de jaren heen bleven de twee nauw met elkaar verbonden. Maar als Vinzenz terugkeert, merkt Simon dat er iets met hem is. Hij is verstrooid, verliest het bewustzijn. Na de diagnose is het Vinzenz die zijn broer vraagt: ‘Red me.’
